zaterdag 27 februari 2016

Donald Trump’s misleading claim that he’s ‘won most of’ lawsuits over Trump University

https://www.washingtonpost.com/news/fact-checker/wp/2016/02/27/donald-trumps-misleading-claim-that-hes-won-most-of-lawsuits-over-trump-university/?tid=sm_fb

Haal de onbeschofte lycraman van de weg. Wielrennende mamils (‘middle-aged-man-in-lycra’) zijn infantiel en bot, schrijft Bart Kuipers, maar bovenal gevaarlijk. Bart Kuipers 27 februari 2016 Still uit de fietsfilm Ventoux (2015) Bart Kuipers is erevoorzitter van een wielervereniging (GWV De Bierpul) en hoofdredacteur van het onregelmatig verschijnende, bibliofiele fietsperiodiek ‘De man met de hamer’. Hij fietst in Groot-Rotterdam. In 2014 was hij winnaar van de NRC essaywedstrijd. De Mamils komen! Door de zachte winter zijn al veel mamils te signaleren. Een mamil is een ‘middle-aged-man-in-lycra’ en vooral de fietsende variant is een bron van irritatie en risico voor de verkeersveiligheid. In het afgelopen weekend werd ik twee keer onbeschoft door een mamil toegesproken, op autoritaire en bitse toon: „Ga rechts rijden!” en: „Heb je geen oren in je hoofd!?” Een fietsende mamil is doorgaans een blanke man van midden 50 tot eind 60 met vaak een body-mass-index in de buurt van de 30, die per jaar zo’n zes- à tienduizend kilometer fietst op materiaal dat ook ongeveer zes- à tienduizend euro kost en bij voorkeur op zondagochtend in een grote kudde – de mamil noemt dit een ‘peloton’ – de wegen onveilig maakt. Er kleven vier grote bezwaren aan het gedrag van de mamil. Remmen is het grootste taboe Ten eerste achten ze zich king of the road en verwachten ze dat andere verkeersdeelnemers zich aanpassen. Ze hebben een eigen interpretatie van verkeersregels, waardoor ze vaak door rode stoplichten fietsen of geen voorrang geven en verwachten dat naast elkaar fietsende verkeerdeelnemers achter elkaar gaan rijden, zodat zij wél naast elkaar fietsend kunnen passeren. Ten tweede zijn ze gevaarlijk. Doorgaans voeren ex-profs of goede amateurs zo’n kudde aan, resulterend in een snelheid van tegen de veertig kilometer per uur. Remmen is het grootste taboe. Onoverzichtelijke bochten gaan ze dus vol in. Als tegenligger kan je net wegduiken voor een muur van gehelmde mamils, het gezicht verborgen achter glimmende zonnebrillen. Mamils rijden vaak op routes die ook door andere ouderen worden gebruikt, of door skaters, nordic walkers, mensen met loslopende honden, kinderen op driewielers et cetera. Dit jaar was ik getuige van twee zeer ernstige ongevallen waarbij een mamil betrokken was. Kinderachtige kleding: bolletjestrui, gele trui Ten derde zijn ze bot, humorloos en infantiel. Heel redelijke vijftigers veranderen in beesten als ze op kop van het peloton rijden. „Ik zei toch aan de kant, godverdomme!”, hoorde ik een bekende roepen tegen iemand die iets te lang links bleef fietsen. „Tegen!”, schreeuwen ze als ze je tegemoet stormen. Op mijn voorzichtige humor „Tegenligger, voor!”, om te laten merken dat ik mij ook op de weg bevind, is nog nooit een reactie gekomen. Het infantiele karakter blijkt doorgaans uit hun kinderachtige kleding: bolletjestrui, gele trui. Volwassen mannen die zich in de Tour de France wanen! Ten vierde neemt het probleem in ernst toe. Elektrische fietsen zorgen voor een toename van de gemiddelde snelheid, waardoor botsingen met mamils serieuze gevolgen hebben. Ook racefietsen worden voorzien van hulpmotoren – denk aan de wijze waarop de Belgische veldrijdster Femke Van den Driessche tijdens het laatste wereldkampioenschap werd betrapt – zodat mamils langer hard kunnen blijven fietsen. De meeste mamils zijn geïnspireerd door Hennie Kuiper of Joop Zoetemelk. Met de verwachte prestaties dit jaar op de Olympische Spelen en volgend jaar in de Tour de France van Tom Dumoulin, is een nieuwe wielergekte te verwachten. Verboden voor mamils Een oplossing? Fietsers registreren en fietsen voorzien van kentekens? Een verplicht verkeersexamen bij aankoop van een fiets? Nee. Allereerst een gedragsverandering: geen king of the road, maar de gentlemen racer. Wat geeft het dat je moet remmen: opnieuw op snelheid komen geeft ook een trainingseffect. Zelf ben ik een goedaardige Bourgondische reuzenmamil. Ik fiets niet snel en ben dus vaak slachtoffer. Maar ik zeg die enkele keer als ik iemand inhaal en hoop dat fietsers inschikken welgemeend: „Merci!” Daarnaast zouden populaire routes – zoals rondom de Rottemeren in de regio Rotterdam – op zondag van 10 uur ’s ochtends tot 5 uur ’s middags voor mamils in groepsverband verboden moeten worden. Ten slotte is de aanleg van wielerbanen van zo’n vijf à tien kilometer een optie: dan worden ze gescheiden van overige verkeersdeelnemers en kunnen ze volop ‘beesten’. Die afgeschreven pedaalridder? Geef hem de ruimte! Reactie Bas Tooms, amateurwielrenner en journalist Eigenlijk kunnen mannen van middelbare leeftijd niks goed doen. Ze kopen een rode sportwagen of gaan voor een handicap en kopen voor duizenden euro’s aan golfclubs. En nu is ook de fietsende middelbare man aan de beurt. De mamil. Maar is deze variant van een midlifecrisis nou echt zo erg? Nee. Sterker nog, het is een van de meest nobele varianten van het cliché over middelbare mannen. En gezonde. En misschien wel goedkoopste. In het weekend hijsen deze mannen zich in het lycra om – weer of geen weer – een rit te maken. Om af te vallen, om gezond te blijven. Wanneer zij het niet flatterende lycra aangetrokken hebben en het buikje zien waar ze van af willen, bewegen ze zich naar de garage. Daar staat geen enorme sportwagen, maar hangt een tienduizenden euro’s goedkopere fiets aan de muur. En daar gaat de mamil. Met vrienden de weg op. Daar zouden de problemen beginnen. Want deze mannen in lycra hebben nogal wat kenmerken. Ze zijn van middelbare leeftijd, hebben matig tot ernstig overgewicht, rijden tegen de 40 kilometer per uur, zijn slecht gehumeurd en een gevaar voor anderen op het fietspad. Zelfs als verdienstelijk amateurwielrenner tik ik de 40 kilometer per uur gemiddeld niet aan. Een mamil zoals hierboven beschreven wel? Lijkt me sterk. Ik moet ze nog tegenkomen. Die middelbare mannen zijn zich daar ook van bewust: vandaar het slechte humeur. En ja, het ontbreekt menig professioneelwielrenner aan goede manieren op de weg. Maar dat heeft weinig te maken met de leeftijd van de rijder. Op het moment dat wielrenners de weg op gaan – zeker in groepen – dan wanen zij zich king of the road. Het moet sneller, risico’s worden voor lief genomen: zo lang er maar een goed gemiddelde gereden wordt. Recreatieve wielrenners zijn hier de dupe van. En de mamils. Juist die groep moeten we in bescherming nemen. Het zijn afgeschreven pedaalridders die zich, ondanks het slechte imago, in het lycra hijsen. Een kwetsbare groep die wat aan haar fysiek wil doen. Deze weekendwarriors – doordeweeks rijden ze niet – moeten we de ruimte geven. Als we dan toch een groep van de fietspaden in het weekend moeten weren, dan is het wel de groep gemotoriseerde, gepensioneerde fietsers. Die mogen doordeweeks.

http://www.nrc.nl/handelsblad/2016/02/27/haal-de-onbeschofte-lycraman-van-de-weg-1592612

Verloren generatie Bas Heijne 27 februari 2016 Op weg naar de uitgang waarschuwde Kinderombudsman Marc Dullaert deze week dat de kinderen in de asielzoekerscentra „een verloren generatie” dreigen te worden. Lange wachttijden, slechte leefomstandigheden, een jammerlijk gebrek aan privacy, plus de vele verhuizingen met haperend onderwijs als gevolg: „Zo’n 3.500 kinderen raken daardoor blijvend op achterstand en dat aantal neemt toe.” Veel weerklank kreeg de noodkreet van Dullaert niet. De man is oud nieuws en bovendien gaat zijn oproep recht tegen de stemming van het moment in. VVD-Kamerlid Azmani: „Opmerkelijk dat wanneer met man en macht wordt geprobeerd in dit land asielzoekers een veilig dak boven hun hoofd te geven, waarbij de grenzen in zicht zijn van wat we aankunnen, deze Kinderombudsman nu weer met een kritisch rapport moet komen wat er allemaal beter had gekund.” PVV’er Fritsma: „Belachelijke kritiek. Asielzoekers krijgen hier juist veel te veel.” De PVV wil heel Nederland op slot hebben „en dit soort gezeur van naïevelingen als de Kinderombudsman versterkt dat standpunt alleen maar”. Volgens De Telegraaf wordt het rapport in Den Haag afgedaan als een wraakzuchtige oprisping. Omdat dit vast en zeker het laatste rapport van Dullaert is, „werd al verwacht dat hij nog eens flink zou uithalen naar het kabinet”. Huh? Dullaert stelt een pregnante kwestie aan de orde: wanneer je gevluchte kinderen geen rustige, veilige omgeving biedt, en ze verhindert aansluiting te vinden bij de samenleving waarin ze terecht zijn gekomen, door onderwijs en integratie, dan doe je het niet goed, dan roep je als samenleving het onheil over jezelf af. Dat lijkt me allesbehalve naïef, dat is volkomen lucide. Hoe je er verder ook over denkt, wanneer je besluit tot opvang, moet je het zo goed mogelijk doen. Je kunt niet humanitair bezig zijn zonder humaan te zijn – ook al zouden nog zoveel Nederlanders dat willen. Wees blij wanneer een door de politiek zelf aangestelde waakhond je duidelijk maakt hoe het beter moet. Aan de slag ermee. Je kunt niet humanitair bezig zijn zonder humaan te zijn – ook al willen veel Nederlanders dat Maar dat is dan weer naïef van mij – omdat het draagvlak voor nieuwe opvang met de dag afbrokkelt, en de crisis in Europa per uur onbeheersbaarder lijkt te worden, is ieder voorstel om extra inspanning te leveren, extra te investeren, nu bij voorbaat verdacht. Overal wordt nu vastgesteld hoe onwerkelijk het Wir schaffen das van Merkel is geweest, hoe hopeloos traag en verdeeld Europa optreedt. Dus wordt er nu heil gezocht in grote gebaren om de burger het gevoel te geven dat men heus wel beseft dat het tij gekeerd moet worden. Iedereen krabbelt zo elegant mogelijk terug. De stroom moet afgestopt worden, daar gaat het nu om – en kritische rapporten als die van Dullaert, die bedoeld zijn om de boel vooruit te helpen, daar wil niemand zijn vingers aan branden. Er was het plan Samsom, dat een politieke carrière uit het slop moest trekken; zonder resultaat. En vorige week fietste ook Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW, ineens de lucht in. In De Telegraaf verkondigde hij dat asielzoekers vooraf getest zouden moeten worden op hun kansen – uit die test zou moeten blijken of iemand kans maakt in onze westerse samenleving, op de arbeidsmarkt en in culturele zin. „De kansrijke mensen laat je komen”, aldus De Boer. Hoe, wanneer en waar bleef volkomen onduidelijk. Toen de crisis uitbrak, was De Boer nog zuiver pragmatisch: zoveel mogelijk asielzoekers zo snel mogelijk aan het werk – dondert niet hoe, maar wanneer een vluchteling werkt, de taal leert en zijn eigen broek ophoudt, is dat beter voor iedereen. Hup, de schouders eronder. Nu de stemming is omgeslagen, zoekt hij zijn heil in vage vergezichten. Het zou van karakter getuigen als hij eens echt zijn handen uit de mouwen stak. Want intussen groeit mijn respect voor de pragmatici met de dag, de mannen en vrouwen die met hun poten in de modder staan. Durf eens klein te denken: de Kinderombudsman steunt de oproep van de burgemeesters van Boxtel en Heusden, die tegen de klippen op een kleinschalige opvang voor asielzoekers proberen af te dwingen. Dat is voor iedereen beter, voor de vluchtelingen, voor de Nederlandse buren, voor de samenleving. Draagvlak heb je niet, draagvlak schep je. Kansrijk worden mensen pas als je ze kansen geeft. Dat moet je dan ook echt doen, niet alleen doen alsof – en vervolgens de ellende over jezelf afroepen.

http://www.nrc.nl/handelsblad/2016/02/27/verloren-generatie-1592674

zaterdag 6 februari 2016

Cypriot students’ amazing art project “Immigrants”, selected by the Saatchi Gallery in London

http://hcbeat.com/2016/02/04/cypriot-students-amazing-art-project-immigrants-selected-by-the-saatchi-gallery-in-london/

Familieband vaak te slecht voor mantelzorg. Overheid overschat mogelijkheden van 'in beton gegoten' familierelaties. Vier op de tien relaties tussen ouders en volwassen kinderen zijn niet harmonieus. Van de broers en zussen heeft de helft weinig, slecht of geen contact. Als bloedverwanten elkaar al de helpende hand toesteken, bij ziekte of werkloosheid, neemt het aantal onderlinge conflicten vaak toe. Het is dan ook de vraag of de overheid succes kan boeken bij het stimuleren van mantelzorg. Door: Margreet Vermeulen 6 februari 2016, 02:00 Familieband vaak te slecht voor mantelzorg © ANP Dat schrijft onderzoeker en socioloog Martijn van Hogerbrugge - op basis van een analyse van de familiebanden in Nederland - in Demos, het blad van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). De kern van het betoog van Hogerbrugge is dat familiebanden in beton lijken gegoten. Is het contact afstandelijk, of conflictueus, of juist heel intiem? Dan is dat tien jaar later doorgaans nog zo. De flexibiliteit om het contact op te schroeven als een zus of vader hulpbehoevend wordt, is er vaak niet. Daarvoor zijn de patronen van contact te diep ingesleten. Dat staat haaks op het plan van de overheid om zorgkosten omlaag te brengen door een beroep te doen op solidariteit tussen bloedverwanten. Hogerbrugge baseert zich op gegevens van de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS) waarvoor circa achtduizend mensen werden ondervraagd vanaf 2002. Hij maakte een indeling in zes typen familierelaties, van harmonieus en plichtmatig tot en met conflictueus en afstandelijk. Onder een harmonieuze relatie verstaat de onderzoeker dat er tenminste één keer per maand fysiek én telefonisch contact is en dat er de afgelopen drie maanden hulp is uitgewisseld - in welke vorm dan ook. Ook noemen de betrokkenen de kwaliteit van de relatie goed tot zeer goed. Slechts een op de tien relaties tussen ouders en kinderen veranderde van karakter tussen 2002 en 2014, veelal door een verhuizing. Soms door een huwelijk of geboorte van een kind. Conflicten Helft kinderen kan ouders niet verzorgen Bijna de helft van de kinderen (45 procent) denkt hun ouders geen mantelzorg te kunnen bieden in de toekomst. De reisafstand is te groot, banen slokken teveel tijd op en/of het eigen gezinsleven krijgt voorrang. Een kleine groep (7 procent) wil hoe dan ook niet zorgen voor hun ouders. Dat blijkt uit een enquête onder ruim duizend Nederlanders, uitgevoerd door marketingbureau USP dat veelal onderzoek doet in opdracht van zorginstellingen. Van de ouderen denkt slechts 1 op de 5 dat er mensen in hun omgeving zijn die ze te zijner tijd een handje helpen. Van de ouderen die nu al ernstige gezondheidsklachten hebben, zegt de helft dat niemand hen mantelzorg wil of kan geven. Inmiddels springen commerciële bureautjes in het gat door plaatsvervangende mantelzorgers leveren. Het gaat om: vertroeteljeouders.nl huur-een-dochter.nl de zorg-au-pair (nationalehulpgids.nl) seniorenstudent.nl mantelaar.nl De meeste ouders en kinderen leven weliswaar in harmonie met elkaar, maar soms spatten families uit elkaar door echtscheiding Theo van Tilburg, sociaal gerontoloog aan de VU Van de broer-zusrelaties transformeerde 20 procent. Ook hier staat een verhuizing met stip op één als oorzaak. Als ouders en kinderen door ziekte of werkloosheid op elkaar gaan leunen, krijgen relaties vaak een 'ambivalent' karakter, zag Hogerbrugge die op dit thema promoveerde in 2014. 'Een ambivalente verhouding is het naarste dat je kan hebben, slecht voor het welzijn van mensen. Er is wel veel contact, maar je weet niet wat je ermee aan moet. Verbreken of er nog wat van proberen te maken? En voor dat laatste heb je de ander ook nodig. Erg lastig.' De zorgen van Hogerbrugge worden gedeeld door Theo van Tilburg, sociaal gerontoloog aan de VU, niet betrokken bij de studie en eveneens gespecialiseerd in familiebanden. 'De overheid overschat de mogelijkheden', zegt Van Tilburg. 'De meeste ouders en kinderen leven weliswaar in harmonie met elkaar, maar soms spatten families uit elkaar door echtscheiding. En we weten niet wat we kunnen verwachten van de solidariteit tussen kinderen en stiefouders.' Volgens Van Tilburg maken de meeste families geen goede afspraken over wie wat doet als papa of mama gebrekkig wordt. 'Meestal is het één familielid die alles doet tot hij - of liever gezegd - tot zij erbij neervalt.' Of mantelzorg conflicten uitlokt, heeft Van Tilburg niet zelf onderzocht. Maar dat ligt wel voor de hand. 'Zeg maar eens tegen je vader dat het niet zo verstandig is dat hij auto blijft rijden. Of dat het tijd is voor meer hulp of een verpleeghuis. 'Daar kun je behoorlijk bonje over krijgen.' Familieband vaak te slecht voor mantelzorg © . 'Kinderen hebben de plicht voor hun ouders te zorgen, vind ik' Anderhalf jaar geleden werd de vader van de 41-jarige Jeroen (niet zijn echte naam) een beetje vergeetachtig. Hij raakte zijn betaalpasje kwijt in de supermarkt. Vergat afspraken. Toen vader (76) op een groepsreis in Italië 's nachts door het hotel ging dwalen en boos ging doen tegen medereizigers, wist Jeroen het zeker. 'Mijn vader was aan het dementeren. Er was zorg nodig, want hij woonde alleen.' Jeroen stond voor een 'duivels dilemma', vond hij. 'Je wilt je zieke vader niet aan zijn lot overlaten. Maar ik heb een veeleisende fulltimebaan, mijn vrouw werkt bijna fulltime. We hebben twee kinderen. En mijn hele sociale leven on hold zetten, dat wilde ik niet.' Aan de kwaliteit van de relatie lag het niet, benadrukt Jeroen. 'We hadden goed contact, maar liepen niet de deur bij elkaar plat. We zagen elkaar één keer in de twee weken, ofzo.' Jeroen ging op zoek naar thuiszorg, tegen de wil van zijn vader. Die vond dat alles nog prima ging. De thuiszorg kwam. De buurman verleende veel hand- en spandiensten. Zelf kwam Jeroen elk weekend langs. Net als zijn zus - die niet in het dorp woonde zoals Jeroen, maar een half uur verderop. Jeroen had het - zo op het oog -prettig geregeld. Behalve dat hij zich doorlopend schuldig voelde. 'Kinderen hebben de plicht voor hun ouders te zorgen, vind ik. Het zat me niet lekker en dat kostte veel energie.' Zijn vader verslechterde en er was steeds meer hulp nodig. Jeroen probeerde extra zorg in te kopen. Vergeefs. 'Het betekende: elke keer nieuwe gezichten. Daarvoor was mijn vader te verward.' Uiteindelijk ging Jeroen de administratie doen voor zijn vader. En de was. En maakte hij bezoekschema's met zijn zus. Hij werd mantelzorger tegen wil en dank. 'Toen we echt op ons tandvlees liepen, is hij opgenomen in een verpleeghuis. Tegen zijn zin. Maar nu is hij er wel gelukkig.'

http://www.volkskrant.nl/binnenland/familieband-vaak-te-slecht-voor-mantelzorg~a4239441/?utm_source=dailynewsletter&utm_medium=email&utm_campaign=20160206&utm_userid=a201ad3-ce66-b5a3-ee04-400212814eec